News
Verzekeraar eerder betrekken bij zon-op-bedrijfsdak
Dat staat in het rapport ‘De verzekerbaarheid van zonnestroomsystemen op bedrijfspanden’ dat werd geschreven door bureau Berenschot en TKI Urban Energy in opdracht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
Volgens de Regionale Energie Strategieën kan zon op bedrijfsdaken meer dan 25% van de benodigde hernieuwbare elektriciteit voor 2030 leveren. Maar de afgelopen jaren is gebleken dat veel geplande zonprojecten op bestaande bedrijfsdaken te maken krijgen met hoge verzekeringspremies, met als gevolg dat veel meer daken blijven verstoken van zonnepanelen, dan technisch haalbaar is. Vorig jaar december verzocht de Tweede Kamer het kabinet daarom om te onderzoeken wat daarvan de oorzaak kan zijn en welke oplossingen voorhanden zijn.
Een belangrijk element bij deze problematiek is dat het begrip ‘risico’ door projectontwikkelaars vaak anders uitgelegd wordt dan door verzekeraars, zo stellen de onderzoekers. Waar projectontwikkelaars bij hun risico-inschatting vooral naar de kwalitatieve kenmerken van de zonnestroominstallatie en de dakconstructie kijken, neemt een verzekeraar ook het soort goederen mee in de afweging en de inrichting van de onder het dak liggende ruimtes: bij een ruimte met waardevolle spullen waarin eventueel vuur zich ook nog snel kan verspreiden, schat de verzekeraar het risico hoger in dan een ruimte waar een brand niet makkelijk om zich heen grijpt en waarin ook weinig waardevolle spullen liggen.
Met andere woorden: projectontwikkelaars definiëren ‘risico’ vooral als een kans dat zich een calamiteit voordoet, terwijl verzekeraars risico zien als een samenspel van de kans dat iets gebeurt én het effect dat een calamiteit heeft. Dit verschil in interpretatie van het begrip ‘risico’ leidt soms tot wrijving, zo stellen de onderzoekers: “In de communicatie kan dit leiden tot spraakverwarring en onbegrip over de voorwaarden die worden gesteld, waardoor spanning tussen de partijen kan ontstaan.”
Projectontwikkelaars hebben de laatste jaren uiteraard wel geleerd van eerdere ervaringen en zijn zich, zo zeggen de onderzoekers “steeds meer bewust van dergelijke aanvullende voorwaarden”. Toch pleiten de onderzoekers van Berenschot en TKI Urban Energy ervoor om de onderlinge afstemming te “formaliseren”. Dat kan, zo stellen ze, “door bij de aanvraag van de SDE++-subsidie als voorwaarde op te nemen dat contact is opgenomen met een verzekeringsmakelaar”.
Daarbij kan het helpen om een gezamenlijke kennisdatabase op te tuigen, zodat betrokken partijen tijdens gesprekken over verzekeringen niet langer langs elkaar heen praten, zo leest het rapport. “De ontwikkeling van zonnestroomsystemen gaat razendsnel. Deze ontwikkelingen zijn niet altijd bekend bij andere partijen en dit maakt dat factoren in discussies kunnen worden aangehaald, die door de zonnesector als achterhaald worden gezien. Een goede afstemming over de bewezen stand der techniek is daarom essentieel.” De onderzoekers bevelen aan dat “één partij de lead neemt om te borgen dat er jaarlijks een onafhankelijk rapport verschijnt waarin de stand van de techniek beschreven wordt.”
In het afgelopen decennium heeft Ecorus geleerd om bij ieder groot zonnestroomproject alle stakeholders zo vroeg mogelijk in het proces te betrekken. Van eigenaar en / of huurder van een gebouw, gemeente, veiligheidsregio’s en inboedel & opstalverzekeraars. Onze standaard quick scan levert de zogenaamde ‘insurance requirements’ op.
Daaruit volgen vaak aandachtspunten die grotendeels technisch opgelost kunnen worden in samenspraak met de makelaar. Ook worden onze zonnestroomcentrales ‘Scope 12’ getoetst bij de ontwikkeling (en dus niet pas achteraf na de bouw), waarna frequent periodieke checks worden uitgevoerd die enerzijds de prestaties optimaliseren en anderzijds risico’s op brand minimaliseren.
Ecorus heeft ondertussen talloze pv-installaties geplaatst op daken die zijn verzekerd door internationaal gerenommeerde verzekeraars zoals FM Global, Zurich tot Allianz.
Share this item